
Wil je een boek uitgeven, dan krijg je er mee te maken: het auteursrecht. Dit “recht van de maker” geldt voor je eigen boek, maar ook voor materialen van anderen die je daarin verwerkt.
Dit artikel is geschreven door mr.ir. Arnoud Engelfriet, ICT-jurist en partner bij het gespecialiseerd kantoor ICTRecht.nl.
Eigen intellectuele schepping
Wie iets schrijft, tekent, fotografeert, componeert of produceert heeft daar tot zeventig jaar na zijn overlijden auteursrecht op. Dit geldt volautomatisch. Je hoeft als auteur niets aan te vragen, niets te deponeren of te registreren en zelfs geen copyright notice bij je werk te zetten. Zodra het werk is gemaakt, is het wettelijk beschermd.
Om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen, moet een werk oorspronkelijk zijn in die zin dat het gaat om een “eigen intellectuele schepping” van de auteur. Er moet met andere woorden eigen creativiteit van de maker te herkennen zijn in het werk. Bij tekst, tekeningen, schilderijen en dergelijke is dit bijna altijd het geval. Een heel zakelijk geschreven tekst (zoals een stappenplan) is zo’n beetje de enige uitzondering.
Bij foto’s ligt het iets moeilijker. De vereiste creativiteit kan hier liggen in bijvoorbeeld de invalshoek, de compositie van het gefotografeerde, de belichting enzovoorts. In de praktijk blijkt dat de rechter al snel aanneemt dat er sprake is van een originele foto. Puur mechanisch tot stand gekomen foto’s, zoals uit pasfotohokjes en beveiligingscamera’s, zijn niet beschermd. Een twijfelgeval zijn scans en foto’s van schilderijen: waar zit de creativiteit in zo’n exacte reproductie?
Het achterliggende idee achter het werk is niet beschermd. Anderen mogen een boek of foto niet overschrijven, ook niet in licht aangepaste vorm, maar ze mogen wel het achterliggende concept opnieuw (op hun eigen manier) uitwerken.
Rechten van de maker
Het auteursrecht geeft de maker van een werk het recht om op te treden tegen elke ‘openbaarmaking’ en ‘verveelvoudiging’ van zijn werk. Dit zijn heel brede begrippen. Kort gezegd is een ‘verveelvoudiging’ een kopie, ook in een ander medium of in andere vorm (bijvoorbeeld een vertaling of verfilming) en is van ‘openbaarmaking’ sprake als het publiek kennis kan nemen van het werk. Een tekst als ebook aanbieden via Pumbo is dus een openbaarmaking. En wanneer Pumbo het boek drukt en verstuurt, heeft Pumbo een verveelvoudiging gemaakt.
De auteur mag het openbaar maken en verveelvoudigen verbieden, of er geld (royalties) voor vragen. Dat is zijn keuze: je kunt een auteur niet dwingen om jou zijn werk te laten gebruiken, ook niet als je een vergoeding vraagt.
Hoofdregel uit de Auteurswet is dat je als gebruiker toestemming moet hebben. Dit heet eenlicentie. In de licentie geeft de auteur (rechthebbende) aan wat er mag en welke voorwaarden daar tegenover staan. Dat kan een vergoeding per kopie zijn, maar ook bijvoorbeeld de eis van naamsvermelding of een restrictie dat het werk alléén gebruikt mag worden in boeken (dus op papier) en niet ook op de website (of als ebook).
Duur van het auteursrecht
Het auteursrecht geldt levenslang, plus nog eens zeventig jaar daarna. Bij een werk gemaakt door een bedrijf geldt een tijdsduur van 70 jaren na de eerste publicatie er van. Gedurende al die tijd moet voor gebruik toestemming worden gevraagd aan de auteur, of na diens dood de nabestaanden.
Als je die auteur of zijn nabestaande niet kunt vinden, dan heb je een probleem. Auteursrechtelijk gezien betekent dit namelijk dat je de foto of het plaatje niet mag gebruiken. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om van alle auteursrechthebbenden toestemming te krijgen voor gebruik van hun werk. Weet je niet wie de maker is, dan mag je het werk niet publiceren. Er is geen uitzondering voor “ik heb mijn best gedaan maar kan hem écht niet vinden”.
Specifiek voor foto’s is er een regeling die het soms wel mogelijk maakt foto’s te gebruiken als de maker onbekend is. De Stichting Foto Anoniem (een onderdeel van de Stichting Burafo) is een centrale instantie met een uitgebreid adressenbestand van fotografen. De stichting probeert op verzoek de fotograaf te achterhalen, en stelt de vrager in contact met de fotograaf. Dan kun je hem toestemming vragen. Lukt het vinden niet, dan sluit je met de stichting een contract waarbij zij in ruil voor een vergoeding het risico op zich nemen. De stichting vrijwaart je dan tegen alle aanspraken van de fotograaf als die later ineens komt klagen.
Beschermde bewerking
Een bewerking van een ander werk kan op zichzelf ook auteursrechtelijk beschermd zijn. De eis is dan dat de maker van de bewerking er zijn eigen intellectuele schepping van heeft gemaakt. Wanneer daaraan is voldaan, is natuurlijk lastig te zeggen in het algemeen. Een vuistregel is dat een reproductie die streeft het origineel zo letterlijk mogelijk (“technisch perfect”) na te bootsen, niet beschermd is. Een oude tekening op de scanner leggen is dus niet creatief. Wél creatief is een 19e-eeuwse tekst herschrijven in modern taalgebruik, omdat je daar eigen woordkeuzes en vertaling van situaties naar het heden moet maken.
Wie een bewerking maakt die een eigen intellectuele schepping oplevert, heeft daar het auteursrecht op. Hij mag dan anderen verbieden zijn bewerking openbaar te maken en te verveelvoudigen. Maar hij heeft zelf nog steeds te maken met het auteursrecht van de maker wiens werk hij heeft bewerkt. Dit speelt bijvoorbeeld bij vertalingen: een Engels boek naar het Nederlands vertalen geeft de vertaler het auteursrecht op de Nederlandse tekst, maar hij mag die vertaling niet uitgeven zonder toestemming van de Engelse auteur.
Sommige mensen denken dat als ze maar genoeg aanpassen, het auteursrecht van de oorspronkelijke maker niet meer geldt. Ze gaan dan woorden vervangen door synoniemen of zinnen herschrijven, of bij foto’s uitgebreid met Photoshop aan de slag. Dat is echter juridisch niet genoeg. Het is en blijft een bewerking in juridische zin. Natuurlijk kun je het de oorspronkelijke maker lastig maken om te bewijzendat zijn werk is gebruikt, maar als hem dat lukt, zal hij alsnog winnen bij de rechter.
Overnemen van relevante stukjes
Op grond van het citaatrecht mag een relevant deel van een werk van iemand anders worden overgenomen, mits met bronvermelding. Dit mag bijvoorbeeld voor een aankondiging, bespreking, kritiek of beoordeling. Het citaatrecht geldt ook voor beeld of geluid. Het is dus toegestaan om een foto, muziekfragment of een clip uit een film over te nemen in de context van een citaat. Bij een citaat is altijd bronvermelding verplicht. Citeer je beeld, noem dan ook altijd de naam van de fotograaf als die bij het origineel ook genoemd is.
Niet elk overnemen van een fragment is daarmee automatisch een citaat. Het fragment moet worden overgenomen voor één van de toegestane doelen: aankondiging, bespreking, kritiek of discussie, of een daarmee vergelijkbaar doel. De algemene regel is dat er sprake moet zijn van een voldoende duidelijk inhoudelijk verband tussen foto en tekst. Je hoeft niet per se het geciteerde materiaal zelf te bespreken, maar dat materiaal moet wel een functie hebben in je eigen werk. Ook mag het citaat niet neerkomen op een verkapte exploitatie van het origineel.
Een paar voorbeelden van toegelaten citaten:
– Bij aankondiging of bespreking van een boek de cover of een kenmerkende illustratie uit het boek laten zien.
– Bij het begin van een hoofdstuk een paar zinnen als motto of introductie opnemen.
– Bij een wetenschappelijke of zakelijke tekst een aantal zinnen van een autoriteit aanhalen om zo de eigen uitleg te onderbouwen, of juist om daaronder een weerlegging te kunnen geven.
– Bij uitleg van hoe bepaalde software werkt een screenshot laten zien van die software.
– Bij een boek over een product een kleine foto van dat product laten zien.
– Bij een bespreking van een muziekwerk een stukje van die muziek laten horen of een fragment van de tekst uit dat werk afdrukken, of de CD- of albumhoes.
– Bij een bespreking van een film enkele filmfragmenten of stills vertonen.
Hergebruik van een werk als versiering is daarentegen niet toegestaan. Zomaar een plaatje van een molen tonen bij een artikel over molens is geen beeldcitaat. Dat plaatje heeft geen band met het artikel. Gaat het artikel over een specifieke molen en toon je een klein fotootje van die molen, dan is dat meer dan versiering. Dat zal meestal wel mogen, zolang de foto maar niet de overhand krijgt bij je artikel. Een paginavullende foto met twee zinnen over wat daarop te zien is, is geen geldig citaat.
Openbare kunst
Kunstwerken zoals standbeelden of afbeeldingen zijn auteursrechtelijk beschermd. Een foto maken van een schilderij, of een standbeeld natekenen, mag dan niet zonder toestemming van de kunstenaar. Dat is een verveelvoudiging. Nu zijn zulke kunstwerken vaak op of aan de openbare weg te vinden. In dat geval mag het kunstwerk wel worden gefotografeerd, nagetekend enzovoorts, mits het maar gaat om een afbeelding van het werk “zoals het zich aldaar bevindt.”
Een foto van een plein met daarop een standbeeld is dus toegestaan. Een close-up van het standbeeld niet, als die zodanig is dat alleen het standbeeld en niets meer van de omgeving zichtbaar is. Uitknippen van een bouwwerk uit een foto en als logo op je briefpapier opnemen mag ook niet.
Je kunt dus op grond van deze uitzondering bijvoorbeeld een fotoboek maken van kunst in een bepaalde stroming of van een bepaald type (“kantoorgebouwen anno 2000”). Echter, als je foto-compilatie van openbare kunstwerken maakt op grond van deze uitzondering, mag je per maker hooguit een paar van diens werken in het compilatiewerk opnemen. Je kunt dus niet in een fotoboek over één architect of kunstenaar onbeperkt foto’s van zijn werk opnemen op grond van deze uitzondering.
De parodie: een bespottende nabootsing
Een parodie is een humoristisch werk waarin een ander werk belachelijk wordt gemaakt. Stukken van een origineel werk overnemen mag, voor zover dat nodig is om het origineel herkenbaar te laten zijn in de parodie. Normaal is dat overnemen inbreuk op het auteursrecht, maar in het kader van een parodie is dit toegestaan. Er mag niet meer worden overgenomen dan redelijkerwijs nodig is om de parodie herkenbaar te laten zijn.
De bedoeling van de parodie moet zijn het origineel voor gek te zetten door een overdreven contrast daarmee. Natuurlijk mag een parodiërend werk verkocht worden, maar als het werk al te duidelijk concurreert met het origineel, is er geen sprake van een parodie. Ook mag de parodie niet nodeloos afbreuk doen aan het origineel of de reputatie van diens maker.
Schadeclaims en boetes
Wie andermans werk gebruikt zonder licentie of geldig beroep op een van de genoemde uitzonderingen, pleegt inbreuk op het auteursrecht. De rechthebbende kan eisen dat je daarmee ophoudt, maar hij kan ook een schadevergoeding claimen. Dit mag op zich altijd, het is niet verplicht om eerst gelegenheid te geven om het inbreukmakende werk te verwijderen.
De wet maakt daarbij geen onderscheid tussen hobbyisten en professionele uitgevers. Beiden kunnen inbreuk plegen, en beiden kunnen worden veroordeeld tot schadevergoeding. Wie geld verdient dankzij een inbreuk op het auteursrecht, kan daarnaast worden veroordeeld tot winstafdracht, oftewel het moeten afgeven van al het geld dat hij verdiende met de inbreukmakende boeken.
Naar aanleiding van dit artikel hebben wij in samenwerking met mr.ir. Arnoud Engelfriet, ICT-jurist en partner bij het gespecialiseerd kantoor ICTRecht.nl, ook een uitgebreide lijst met vragen en antwoorden opgesteld .
Bekijk alle vragen en antwoorden inzake het boek uitgeven en auteursrecht hier.
Reacties
Reactie toevoegen