Je kunt er ook voor kiezen om jouw boek zelf te redigeren. Dit is echter niet zo makkelijk als het lijkt. Zelf zit je helemaal in jouw verhaal en jij weet natuurlijk precies wat je wilt vertellen. Het toetsen of jouw boodschap ook écht overkomt is daarom heel moeilijk. Dat heeft te maken met de werking van onze hersenen. Die maken het ons graag makkelijk, want dat scheelt energie. Als onze hersenen denken te weten wat er gaat komen, dan vullen ze het alvast voor ons in. Zo kun je jouw tekst 100 keer lezen en tóch die spelfout missen. Of de opbouw heel logisch vinden, terwijl iemand die het verhaal niet kent er niks van kan volgen.
Als je toch graag zelf aan de slag wilt gaan met het redigeren van jouw boek, hebben we nog een paar praktische tips voor jou.
Tip 1: Schrap overbodige tekst
Een goede tekst komt tot de kern. Dat betekent dat er geen tekst in staat die niet bijdraagt aan het verhaal. Het is niet voor niks dat er vaak gezegd wordt: schrijven is schrappen. Als je jouw boek zelf redigeert is het belangrijk om bij ieder hoofdstuk, iedere scene, iedere zin en zelfs ieder woord, jezelf af te vragen: draagt dit bij aan mijn verhaal? Zo niet, schrappen!
Tip 2: Zorg dat de opbouw klopt
De opbouw van jouw verhaal is cruciaal voor het meenemen van de lezer. Een goede opbouw zorgt ervoor dat de lezer geboeid wordt in het begin, er genoeg spanningsopbouw zit in het midden om te blijven lezen en het verhaal uitkomt op een pakkend einde waarvan de clou niet eerder al is weggegeven. Maar bovenal zorgt een goede opbouw ervoor dat het verhaal of de boodschap van de tekst overkomt.
Voor een goede opbouw moet je jouw lezer kennen. Iemand die een antwoord zoekt op een vraag in een non-fictie boek is een ander soort lezer dan iemand die een spannende thriller erbij pakt op een regenachtige avond. Moet je het ‘antwoord’ wat je jouw lezer aanbiedt snel geven, zoals in een kookboek, of achterhouden tot het laatste moment zoals in een spannend boek? Ken jouw lezer en zorg dat de opbouw past bij de verwachting.
Tip 3: controleer op spelling en grammatica
Misschien wel het lastigste gedeelte om te controleren in jouw eigen tekst: spelling en grammatica. Het zijn deze fouten waar we zelf het makkelijkste overheen lezen. Maar een tekst met spel- en grammaticafouten stoort de lezer en komt de leesbaarheid niet ten goede. Het is dus belangrijk dat jouw tekst foutloos is.
Vertrouw niet blindelings op de controlefunctie van jouw tekstverwerkingsprogramma. Ook de spellingscontrole kan er naast zitten en het is daarom belangrijk om zelf na te blijven denken als het aankomt op spellingsregels.
Je doet er verstandig aan een geschreven tekst even te laten liggen. Als je op een later moment terugleest wat je geschreven hebt, voorkom je eerder dat je foutjes over het hoofd ziet.
Tip 4: laat jouw tekst lezen door iemand anders
Heb je jouw tekst gecontroleerd op overbodige tekst, opbouw en spelling? Dan is het nog steeds verstandig om het te laten lezen door een tweede lezer. Misschien is er iemand in jouw directe omgeving die je om hulp kunt vragen. Is er echt niemand om jouw tekst te lezen? Dan kun je jouw tekst voor laten lezen, bijvoorbeeld door Word. Door te luisteren in plaats van te lezen, kun je horen of de tekst goed loopt en of er geen rare sprongen in zitten.